Ik ben hier bij Dolf Lommerse voor een gesprek voor de geschiedeniswerkgroep van Sterksel en ik hoop dat we vandaag weer een stukje van die geschiedenis in kunnen vullen.

We zullen eerst even kijken hoe de familie Lommerse in Sterksel terecht gekomen is en dus wil ik Dolf vragen om daar iets over te vertellen.

Mijn vader is geboren in ter Aar Zuid Holland en op een gegeven moment zijn ze verhuisd omdat ze daar het boerenbedrijf waarschijnlijk niet meer konden runnen. Toen zijn ze naar de Betuwe gegaan, Husen, dicht bij Arnhem. Daar heeft de familie Lommerse een bedrijf gepacht. Daar was nog pachtgrond. Ik denk dat ze in Zuid Holland een eigen bedrijf hadden maar dat weet ik niet zeker.

Het was een groot gezin, twaalf kinderen. De oudste zoon is op een gegeven moment gaan studeren, is priester geworden en daarom is hij een beetje de persoon, die naast een stel broers, die het bedrijf voerde.

In die tijd was het de gewoonte dat vaders die een bepaalde leeftijd hadden niet veel meer werkten. Dat was in veel boerengezinnen, tenminste als ze kinderen hadden, de gewoonte.

Niet overnamen, maar als pa wat zonen had probeerde hij het bedrijf nog wel leiding te geven, maar hard werken deden die mannen over het algemeen niet meer.

In veel Brabantse bedrijven was dat anders omdat daar de noodzaak voor aanwezig was.

Hij kreeg verkering met mijn moeder. Die woonde aan de dijk, aan de Rijn, in Malburgen, dat is tegenwoordig Arnhem. Hij zocht grond en in de Betuwe was niets meer te krijgen. Misschien wel iets te krijgen, maar dat was kleigrond, hele goeie grond en veel duurder dan hier in Brabant. Belangstelling genoeg. Op een gegeven moment kwamen wij er achter dat hier in Sterksel grond te koop was, of te huur, want de 'Maatschappij' verhuurde gronden en daar is hij dus naartoe gegaan.
Hij is in 1922 hier aangekomen en hij pachtte van de "Maatschappij", nee, hij bouwde eerst dit huis. Dat is in 1922-23 klaargekomen. Dat heeft hij zelfs nog met een premie gebouwd want na die eerste oorlog werden er ook premies gegeven voor de bouw van huizen en soort van kleine subsidie.

De woningen waren toen nog duur. Het was een vrij dure periode vlak na de eerste wereldoorlog.

Was dat alleen voor woonhuizen of ook voor boerderijen?

Nee gewoon voor burger huizen. Dit was aanvankelijk ook een burgerhuis. Ze moesten een bepaalde inhoud hebben en mochten in elk geval niet te groot zijn en onder een bepaalde prijs blijven. Ik geloof dat het huis toen voor 12.000 gulden gebouwd is en daar kreeg je dan 1.500 gulden subsidie op.

In zekere zin vergelijkbaar met de situatie van de Boogaerts woningen?

Ja, juist en de premiewoningen, premie-A en premie-B.

Daar stond een grote boerderij, de zelfde als waar jij in woont en daar huurde hij de helft van.

En de gronden, zo'n 30 hectaren, lagen voornamelijk aan die kant en gedeeltelijk aan deze kant.

Maar toen de "Maatschappij" failliet ging, mijn vader had geen geld of weinig geld, toen moest hij kopen en heeft hij aan deze kant, waar de woning stond, 10 hectaren grond gekocht.

Wat ik nog wil vermelden is dat toen hij hier naartoe kwam hulp nodig was want die 30 hectare moesten nog gedeeltelijk ontgonnen worden aan die kant. Toen is de oude heer Kolleman met hem mee gekomen als zijn werknemer en die woonde in het huisje hier tegenover, daar had hij de helft van gehuurd, waar nu de familie Beenders al lang gewoond heeft. Dat was toen een woning voor twee gezinnen.

(05.00)

Toen hij moest kopen werd het bedrijf dus een stuk kleiner, hij kon niet meer betalen dan deze 10 hectaren en heeft er de stal hierachter later bijgebouwd, het huis stond er al en de stal is er later bijgebouwd. Die is gebouwd door de heer Vertogen uit Heeze.

De aanvang hier en vooral de moeilijke periode hierna die erop volgde was het boeren hier vrij goed

maar de grond was slecht. Ja, en in 1930 kwam de grote crisis.

In feite was dit een van de kleine bedrijven in Sterksel. Als je het gemiddelde Brabantse platteland bekijkt waren er toen heel veel kleine bedrijven en was 10 hectare al een heel redelijke grootte.

Het was hier een klein bedrijf in verhouding.

Mijn vader en moeder hebben acht kinderen gekregen en ja, op een gegeven moment werd het werk door de kinderen gedaan. Mijn vader was vooral administratief goed. Hij was lid van, niet de KVP, maar hoe heette die partij toen, de Rooms Katholieke Staats Partij. Daar was hij penningmeester, secretaris-penningmeester van en hij was koorzanger. En op zeker moment was hij ook secretaris-penningmeester van de paardenverzekering. Die was er toen ook nog, die is er ook heel lang gebleven. Dat was een onderlinge verzekering. De mensen moesten een premie betalen en de paarden werden twee keer per jaar geschat en van die premie werd eventueel een paard betaald wat dood ging of afgevoerd moest worden naar het slachthuis.

De bijdrage, de contributie, werd ieder jaar vastgesteld afhankelijk van de schade, maar daar zat meestal niet zoveel verandering in.

In de oorlog was mijn vader ook nog..., toen had je de voedselvoorziening en er moest nauwlettend op worden toegezien, nou ja dat waren Duitse reglementen en moest een gedeelte van het gedorste en van het geslachte varken geleverd worden aan de bezetter.

Dat was een maatregel van de bezetter maar ook toch met instemming van nou ja Nederlandse politici, een stukje overheid zeg maar. Met had in de gaten dat anders de voedselvoorziening in de steden een ernstig probleem zou kunnen vormen.

Het was niet voor de Duitsers zelf, maar voor de bevolking al ging een gedeelte van het voedsel natuurlijk ook wel naar Duitsland. Duitsland was zelf een tamelijk agrarisch land en er was aan ons graan nauwelijks enige behoefte.

Hij heeft dat enige jaren gedaan, ook nog een paar jaar na de oorlog. Ook toen was de situatie erg moeilijk. Hij ging dan de mensen af en als er gedorst werd was hij erbij. Ik heb later nog brieven gekregen van mensen die het me vertelden. Jouw pa liet ons toch wel een aantal zakken graan verbergen voor eigen gebruik of eventueel als ruilartikel.

Het deel wat ze af moesten staan was afhankelijk van de totale opbrengst en daar werd een beetje mee geschoven, en dat was ook nodig. Daar waren de mensen ook erkentelijk voor. Begrijpelijk.

Voor wat ze aan die Duitsers of aan de overheid moesten leveren kregen ze maar een klein prijsje en er kwamen ook veel mensen van buiten, van Eindhoven en Geldrop naar Sterksel om te proberen wat voedsel te krijgen. Daar gingen niet alle boeren goed mee om, er werden vaak, door sommige boeren, laat ik het zo zeggen, en dat was niet alleen in Sterksel, maar dat was overal, te hoge prijzen voor gevraagd. Door de meeste mensen gebeurde dat niet, dat moet gezegd worden.

De oorlog zelf daar herinner ik me van, en dat is een van de eerste herinneringen van de oorlog

die drie dagen voor Pinksteren uitbrak.

Op 1e Pinksterdag 's morgens kwamen twee Nederlandse militairen die op de vlucht waren, die jongens hadden niets gedaan als vluchten, vanaf de Maaslinie tot hier hadden ze aan een stuk gelopen. Misschien hadden ze wel groot gelijk. Want ze kwamen met verhalen van de Duitsers. Tegen de Duitsers hadden ze niets in te brengen.

Mijn ouders hebben die mannen wat oude kleren aangegeven, mijn vader heeft de uniformen in de gierput gegooid. Die jongens waren bang want de Duitsers waren in de directe omgeving. Die zelfde Pinkstermorgen zijn de Duitsers ergens drie Nederlandse militairen tegen gekomen.

Daar zijn die graven van, daar achter op de Vlaamse weg in de bocht waar dat gedenkteken staat.

Sommige zeggen dat die militairen zich verzet hebben en geschoten hebben maar anderen zeggen: "ze zijn zomaar zonder enige......", maar goed daar weet niemand iets van.

Of ze zijn gedood in gevecht of gefusilleerd, overhoop geschoten.

Toen kwamen 's morgens al vroeg, het was onder de vroegmis, en de vroegmis begon al om 7 uur in de zomer en in de winter een half uur later, kwamen de Duitsers hier en die vroegen of wij Nederlandse militairen gezien hadden, of verborgen hadden. Mijn vader was naar de kerk en mijn moeder zei nee, nee. Ze hadden geweren met bajonetten en staken daarmee onder de bedden door.

Ze zochten het huis dus af en de Nederlandse militairen liepen hier rond met een koffiekan en vroegen of ze koffie wilden. Dus nergens erg in of deden alsof ze nergens erg in hadden dat weet ik niet hoor.

Die jongens zijn 's middags, de een kwam dacht ik uit Moergestel en de andere nog iets verder weg, weer gaan wandelen. Die hebben dus een week niets gedaan, alleen maar gewandeld.

Verder mijn herinneringen aan de oorlog. Hier in Sterksel is heel weinig gebeurd. Wij hadden de radio, die we in moesten leveren, maar dat hadden we niet gedaan. We hadden een heel oud ding ingeleverd, dat deden heel veel mensen en we luisterden iedere dag naar "Radio Oranje" in Londen, wij waren goed op de hoogte.

Hierachter, en dat moet ik ook even vertellen, de heer Elias, een Joodse familie uit Eindhoven, wat hadden ze voor een bedrijf, handdoeken en dat soort dingen, textiel ja, die hadden hier achter toen de "Maatschappij" failliet ging 250-300 hectare grond gekocht, daar hebben ze bossen aangeplant en een stukje hebben ze, waar nu de heer Zwetsloot woont, de boerderij verhuurd.

Toen de familie Elias hier kwam, het was hier hun buitenhuis, ze kwamen hier bijna ieder weekend,

hebben ze ook elektriciteit aangelegd. Dat moest ginder van de Heezerweg af komen, via de Vlaamse weg helemaal naar achteren. Dat was een gegoede familie en de mensen van de Vlaamse weg mochten voor niets aansluiten. Daar waren ze heel dankbaar voor en ze hebben, toen de familie zich daar in het weekend vestigde, een ereboog opgericht en de familie welkom geheten.

De familie Elias was op tijd weg, die zagen het gevaar aankomen. Ze hadden informatie! Ze zijn naar Amerika gegaan en waren op tijd weg.

Je weet, de Joodse eigendommen werden door de Duitsers geconfisqueerd, dus daar kwam op een gegeven moment een Duitse familie te wonen, maar die waren op tijd want die gingen een paar dagen voor dolle dinsdag vluchten. Dat was de eerste dinsdag van september meen ik of de tweede. Maar in feite hadden die Duitsers ook de opdracht om als ze Joodse bezittingen moesten verlaten, om ze dan te vernietigen. Dat hebben die mensen keurig NIET gedaan en hebben alles laten staan.

Een dag later of een paar dagen later heeft het zogenaamde Sterkselse-verzet, dat waren jongelui die toen de Duitsers al op de vlucht waren in het verzet zijn gegaan, ik noem het opportunistische antihelden, want dat waren het min of meer. Verzetshelden na de oorlog! Die zijn zo dapper geweest om die prachtige villa in brand te steken wat geen enkel nut had en er is later ook nooit een onderzoek naar gedaan, wat ik erg jammer vind.

Maar er zijn ook wel enkele verzetsmensen die vanaf het begin af aan, onder anderen de heer te Boekhorst, die naar ik achteraf begreep veel gedaan heeft voor onderduikers en Engelse militairen die gevallen waren, de parachutisten. Die man heeft in feite nooit het eremetaal gekregen wat hij verdiend had. Ook daarna is hij daar niet mee naar buiten gekomen. Dat was geen man die tot de bourgeoisie behoorde.

In Sterksel zaten veel onderduikers omdat het wat oorlogsgeweld betreft vrij rustig was en er waren contacten met mensen die daaraan meewerkten, dat was duidelijk

Het was een man die geen Engels sprak maar mogelijk wel contacten had, maar dat weet ik niet. Dat heb ik later pas gehoord. Dat hij veel voor onderduikers deed was heel duidelijk. Een man met een groot gezin, een eenvoudige man en dan denk je achteraf nou ja vooruit! Zo ging dat toen.

Ik herinner me nog dat die zelfde mannen, ik was een jongen van twaalf, die zelfde zogenaamde verzetshelden, die hebben ook de NSB-ers van Sterksel opgepakt.

Wij stonden erbij en keken ernaar. Die werden afgevoerd met een vrachtwagen. Op de Pandijk, dat noemden wij klein Duitsland, daar waren een heel stel boeren die lid waren van de Landstand en andere afdelingen van de NCB of van de NCB. Die Landstand was een organisatie, ik meen zelfs dat alle boeren verplicht waren om daar lid van te worden want de boerenorganisaties waren opgeheven in 1941 geloof ik en in oktober is toen de Landstand gekomen. De meeste boeren betaalden aanvankelijk de contributie niet, maar werden ertoe gedwongen maar ze waren niet officieel lid. Die boertjes met grote gezinnen in moeilijke omstandigheden, die lid geworden waren van........ min of meer uit onwetendheid met de hoop dat ze het beter zouden krijgen werden opgepakt en nog een paar echte NSB-ers uit Sterksel.

Ik had toen ik twaalf was eigenlijk al mededogen met die mensen. Er was een man bij wiens vrouw anderhalf jaar eerder was overleden bij de geboorte van een kind. Die vrouw was al ernstig ziek. Die man werd opgepakt en weggevoerd. Begrijpelijk ergens, want er moest gerechtigheid komen.

Nou ja vooruit, dat is gebeurd. Daar heb ik me aan geërgerd. Die mensen hebben ook niet zo lang vast gezeten. Een maand of drie. Ik meen dat de meesten voor Kerstmis '44 weer thuis waren, behalve degene die echt lid waren geweest, de echte NSB-ers, die daar een keuze voor hadden gemaakt.

Het was in die tijd, zo net na de oorlog, een beetje een ongeorganiseerde toestand. De instituties functioneerden nog niet en dan krijg je toch een chaotische toestand.

In sommige dorpen werden ook de meisjes die contact met de Duitsers hadden op een kar gezet en rondgereden. In Sterksel gebeurde dat niet.

Er was een meisje van wie algemeen bekent was dat ze wel eens contact met de Duitsers had, maar ik zeg altijd die werd geen haar op haar hoofd gekrenkt, waarschijnlijk omdat ze van gegoede burgerij was. Dat maakte ook nog wel wat uit.

Dat is mijn ergernis in veel opzichten geweest. Wat mij ook heeft geërgerd, natuurlijk hebben wij na de oorlog een mooi kapelletje gekregen omdat in Sterksel in feite niets gebeurd is in de oorlog.

We hadden Henk van Rossum, 'n zoon van een protestantse boer die woonde waar Henk Kerkers, daarachter woont, die is een maand later, na de gebroeders de Koning opgepakt. Die gingen ze halen maar die was niet thuis. Die was trouwens een dag voordat de gebroeders de Koning opgepakt werden getrouwd en die woonde toen in Geldrop maar was altijd een Sterkselse jongeman geweest.

Toen de Duitsers bij de ouders kwamen om die jongen op te pakken. Tja, die was verraden, ze hadden de gebroeders de Koning zodanig onder druk gezet. Die jongen was niet thuis. De Duitsers zijn een paar keer aan de deur geweest en hebben toen gezegd "Als hij zich niet vrijwillig meld, dan nemen we pa mee", en toen heeft hij zich, ik dacht een maand later, bij de Duitsers gemeld. Hij is afgevoerd naar Dachau en men heeft nooit meer iets van hem gehoord. Ze weten dat hij in Dachau zat, maar op het einde van de oorlog hebben de Duitsers hele concentratiekampen op transport gesteld, ergens anders naartoe, en hij is overleden. En als ik dan het gedenkteken bij het kapelletje zie dat geen enkele Sterkselnaar het leven gelaten had in de oorlog, dan denk ik "vooruit die jongen telt niet mee".

De gebroeders de Koning en daarna enkele anderen van die zelfde verzetsgroep zijn gearresteerd en zodanig onder druk gezet, afijn de methodes zijn bekend. Dus, dat is dus een beetje mijn ergernis geweest. Op andere plaatsen was het allemaal precies het zelfde, alleen was hier betrekkelijk weinig gebeurd.

Na de oorlog brak er in feite voor de boeren een vrij gunstige tijd aan. Er was behoefte aan alles en de productie kwam weer op gang. In de oorlog was kunstmest op de bon en nauwelijks aan te komen. Het vee was ook gereduceerd tot heel weinig, want er moest op tijd een koe geleverd worden aan de Duitsers en al dat soort dingen meer. De productie kwam langzamerhand weer op gang. Dat heeft ook de boerenorganisatie, de Boerenbond, die, ik dacht, in 1928 is opgericht in Sterksel. Dat waren allemaal lokale verenigingen. Aanvankelijk waren de boeren van Sterksel lid in Heeze, maar op initiatief van de pastoor is toen in 1928 een eigen organisatie opgericht, nee iets later, het zal iets later geweest zijn, maar goed dat is niet zo belangrijk.

In elk geval, het eerste bestuur dat was de oude heer Dirk Noordman, die toen op dat villaatje woonde: "Laus Deo", de heer Derks, de heer. Het waren in elk geval mensen afkomstig uit vijf verschillende provincies, dat was het merkwaardige. Die waren allemaal hier komen wonen. Er was een Brabander bij en een Hollander en Derks was een Limburger. Er was van alles bij. Dat waren allemaal mensen met initiatief die hier terecht gekomen waren.

Sommigen hadden de mogelijkheid om hier te gaan boeren, die wat geld hadden.

Nou ja, toen is de productie langzaam op gang gekomen, onder andere door toedoen van die boerenbonden en ook van de coöperaties. Wij waren hier in Sterksel lid van de coöperatieve melkfabriek Heeze-Leende. Wij waren lid van de handel........... , hoe noem je dat, de CHV.

Daar zaten ook enkele Sterkselse bestuurder in, dat deden we allemaal samen met Heeze. Verder gaf die Boerenbond cursussen, lezingen, er werden werkgroepen gevormd, er waren studieclubs over productiemethodes, nieuwe ontwikkelingen, bemesting en dat soort dingen. Een vaktechnische ondersteuning en informatie over ontwikkelingen. Ook wel sociaal, ook kerkelijk, ze bemoeiden zich in feite overal mee. Maar dat was in die tijd ook min of meer wel nodig want de Boerenbond was toentertijd ook de grootste organisatie van Sterksel dat was heel duidelijk. Waar zij zich nog meer mee bemoeiden was verbeteringen en onderhoud van wegen, al dat soort dingen.

Ik ben zelfs nog een poos, en dan hebben we het niet alleen over studieclubs, maar we hadden onder anderen een bibliotheek. Dus ook daar deed men iets aan, aan cultuur, en een aantal jaren heb ik die bibliotheek gerund, ontstaan door samenwerking van de jonge boeren en de NCB. De NCB ondersteunde die bibliotheek financieel. Dat was een bibliotheek voor volwassenen en kinderen, de boeken waren bisschoppelijk goedgekeurd. Boeken die niet op de index stonden.

Er waren eigenlijk twee indexen, die van Rome en bovendien hadden de bisschoppen hier nog een eigen indexlijst die zeker niet soepeler was dan die van Rome, eerder was het omgekeerde het geval. Bijvoorbeeld de boeken van de schrijver James Joyce, die stonden op de index. Ook de boeken van die andere Engelse schrijver, Hoe heet hij ook alweer, die over Vietnam heeft geschreven, Graham Greene, dat was een katholieke bekeerling, die stond dus niet op die lijst. En Joyce, die was van oorsprong katholiek, maar die deed er niets aan en leefde samen met een vriendin en dat was zo-ie-zo al gevaarlijk en Graham Greene had een verhouding met allerlei vrouwen, dat was schijnbaar katholiek.

Ik vond dat wel leuk werk, dat was een beetje toch..........

Op een gegeven moment ben ik zelf in het bestuur terecht gekomen van de Boerenbond, dat moet geweest zijn in '68 denk ik. Derks was nog voorzitter, en een paar jaar later ben ik penningmeester/secretaris geworden, dat ben ik 30 jaar geweest, dus dat is nogal.

Direct na Derks, ik denk dat het in '70 is geweest, toen is Dirk Noordman voorzitter geworden.

Een van de merkwaardige dingen die we nog ooit meegemaakt hebben dat is; we kregen eens bezoek van een paar mensen van Rijks Waterstaat, heette het toen nog. Een paar ingenieurs, dat moet eind '60, begin '70 geweest zijn, de A67 moest namelijk een verbinding krijgen met Venlo en toen hadden die meneren uitgedokterd, die hadden al een heel plan, dat die weg over de Strabrechtse Heide, achter op het punt waar de Vlaamse weg en de Somerense weg elkaar kruisen, zou richting Peelven gaan en dan richting Venlo. Hij zou dan veel landbouw, maar vooral het hele gebied van de Strabrechtse Heide natuurgebied doorkruisen en zou dan het gebied van Peelven ook doorkruisen.

Wij hebben toen pogingen gedaan om de weg iets noordelijker te leggen, tegen dat bos aan of helemaal in het bos. Ze hebben drie keer contact met ons gehad en daarna was het afgelopen.

We hebben nooit meer iets gehoord, terwijl er aan dat plan al veel geld was uit gegeven. Ik denk dat de Strabrechtse Heide het struikelblok is geweest.mIk denk dat men toen de omweg via Someren-Asten heeft gevonden, dat denk ik. Of dat al was vanuit het opzicht van natuurbescherming dat weet ik niet. De weg die ze naderhand aangelegd hebben moet duurder geweest zijn dan de weg hier, maar ik neem aan dat het daar aan gelegen heeft. Er zullen ongetwijfeld al werkgroepen en verenigingen voor de natuur actief geweest zijn.

De Heidemij onder andere en Staatsbosbeheer, ja. Het waterschap en de boeren. Die boeren wilden wel een weg, maar niet door het boeren gebied heen.

Nou ja, ik heb dat werk heel lang gedaan. Wij hadden heel veel leden, ik denk dat aanvankelijk bijna alle boeren van Sterksel lid waren. Dat waren er toen nog 70-80 denk ik. Als je dat vergelijkt met nu. Met de gemeentelijke herindeling zijn we gefuseerd met Heeze en Leende, toen is er een gemeentelijke Boerenbond gekomen. Dat heb ik nog mee georganiseerd.

En hoeveel echte boeren zouden er nu nog op Sterksel zitten, niet zo heel veel, een paar grote bedrijven. Dat zijn de ontwikkelingen. Van kleine boer tot grote boer. Van Campina moesten de boeren over op een melktank en later werd door Braks het melkquotum ingevoerd. Het melkquotum was een Europese maatregel en had zeker effect op de kleinere bedrijven vooral als ze geen opvolger hadden.

Ik ben eigenlijk nooit een echt grote boer geweest, ik had vijfendertig melkkoeien, dat was toen al tamelijk klein en ik moest ook aan een melktank en dat heb ik ook gedaan.

Piet Scheepers heeft dat toen niet gedaan, maar die was al op leeftijd, die heeft het niet gedaan en nog enkele meer. Nu zijn er bedrijven met Robots. 

Dus dat zijn ontwikkelingen en die heb ik allemaal mee gemaakt.

Ik was geen grote boer omdat ik een aantal nevenactiviteiten had, de belangstelling ging verder dan alleen het boerenleven.

Op een gegeven moment was het zo dat de situatie in Sterksel wat benauwd werd ten aanzien van de ontwikkeling.

Sterksel heeft zich altijd met politiek bezig gehouden. Op zich waren dat allemaal mensen die wel bekwaam waren om dat te doen, maar in die periode was er weinig geld voor echte ontwikkeling en mensen waren vaak ook beperkt in hun mogelijkheden. Weinig opleiding en er zijn natuurlijk tijden geweest dat men zei "die mensen doen niet genoeg", maar achteraf vind ik dat heel begrijpelijk.

Als ik kijk naar de opleidingen die ik gehad heb dan kun je dat niet vergelijken met toen.

Weinig ontwikkeling en toch hun best doen om zaken goed te regelen.

Het was op een gegeven moment zo, het Waterschap had op Sterksel veel goed werk gedaan en twee wegen verhard, de Vlaamse weg en de Albertlaan en vervolgens is het hele wegenstelsel over gegaan naar de Gemeente, in de hoop dat de Gemeente haar best zou doen om de rest verder te verharden.

Maar dat liep niet goed en er was een andere zaak waar wij ons zorgen over maakten, dat was de ontwikkeling van Sterksel, de woningbouw, daar kwam niks bij.

Toen heeft het bestuur, trouwens ik was altijd politiek geïnteresseerd, toen heeft het bestuur van de Boerenbond mij gevraagd te proberen om in de gemeenteraad te komen. In 1970, wij waren in Sterksel gewend dat wij altijd een plaatselijke partij hadden, want landelijke partijen deden in die tijd in de dorpen nog niet mee en toen is er eigenlijk een scheuring..., dat was al vier jaar eerder, een

scheuring gekomen. Dat was het CDA, toen nog de KVP ja, die deden toen nog niet mee. Toen waren er twee partijtjes. Jan Polman was mijn lijsttrekker, ik stond op plaats twee en de andere lijst was Beenders, de heer Beenders.

Ik ben toen in de raad gekomen en heb dat vierentwintig jaar gedaan. Ik heb indertijd gezegd als je iets geen vijfentwintig jaar wilt doen dan moet je in elk geval na vierentwintig jaar ophouden. In de laatste periode ben ik twee keer zeven jaar wethouder geweest. Wat toen vooral speelden was het wegenplan van Sterksel, dat hebben wij binnen drie jaar tot stand gebracht. Ook wel omdat er wat meer geld ter beschikking kwam. Er werd gesubsidieerd door onder andere de Grondmij die geld had en er werden plannen gemaakt en toen is er gelukkig verbetering gekomen van onder andere de Pandijk. Welke wegen nog meer, Peelven, dat was heel slecht het Peelven, Stoeiing. Een drie- viertal wegen hebben wij toen kunnen verharden. Dat waren allemaal slechte wegen die in de winter wat werden bijgeschaafd en waar af en toe puin in werd gegooid, maar dat puin maakte de wegen in slecht perioden alleen maar slechter.

De partij maakte zich onder andere druk voor verbetering van de infrastructuur, als een van de belangrijke onderwerpen.

De KVP deed nog niet mee aan de verkiezingen, het waren allemaal nog plaatselijk partijtjes.

Maar ook die andere partij, Beenders streefde natuurlijk naar verbetering, en toen kwam het volgende, dat was de woningbouw. We hebben toen in Sterksel een paar stukken grond gekocht van de familie Reuten, waar nu de Schutsboei is, en een stuk Valentijn is toen tot ontwikkeling gekomen

Later kwam toen, en dat staat ook niet goed beschreven in het boek "Sterksel een zaligheid apart" het oude kerkje, de discussie over het oude kerkje. Daar zal ik vandaag eens iets van vertellen.

Het was een klein kerkje, een zogenaamd zadel kerkje. De gemeente had het kerkje gekocht, want dat hoorde bij dat hele plan, want die agrarische grond van Reuten was toen nog niet duur en er waren toch veel belangstellende in Sterksel voor een stukje grond. Jongelui hadden al lang niet meer kunnen bouwen en er waren wel wat huurwoningen, maar ook veel te weinig en toentertijd keek de provincie nog nauwlettend toe of zo'n plan rendabel was. Het moest rendabel zijn, de grond mocht niet te duur zijn. De gemeente had het kerkje gekocht van..., straks weet ik weer van wie, voor, hij vroeg aanvankelijk twee ton, in guldens dan, voor 180.000,- denk ik, daar ga ik vanuit.

Dus dat kerkje moest in dat plan mee, anders was het plan onbetaalbaar. Kijk, er was een werkgroep gevormd een paar jaar tevoren, volgens het boek en die was er ook, maar ja..........afijn.

De werkgroep had een streven en dat was het kerkje behouden. Ze hadden geen geld, dus wilden ze voor een symbolisch bedrag van een gulden dat kerkje waar de gemeente 180.000, - aan besteed had.

Nou en dan kon dat plan niet tot ontwikkeling komen, dat was onmogelijk dat die jongelui dan konden bouwen en wij hebben daar in de raad een paar keer over vergaderd, informatie ingewonnen, want die werkgroep zei, wij waren net van plan om dat kerkje in de monumentenzorg te krijgen. Die werkgroep bestond zogenaamd al twee jaar, dat hadden ze dan al veel eerder moeten proberen.

Ik heb toen de informatie gekregen dat al drie van die kerkjes, minstens drie van dat soort kerken, zadelkerken met steunberen ja, stond er een in Gerwen, een in Deurne en een in Zevenbergen. Die Sterkselse kerk had geen schijn van kans, althans volgens de informatie die ik ingewonnen heb, om monument te worden.

Het was een bouwval, de Boerenbond had er jaren in gezeten. Het was niet alleen die 170.000, - gulden, maar als ze daar een museumpje van wilden maken, een beetje een vaag plan, dan hadden er nog een paar ton bij gemoeten en dat zou nooit gekund hebben.

Ik herinner me, men geeft daar van Greunsven de schuld van, die krijgt volledig de schuld.

Men zegt "hij had nog beloofd dat". We hebben er in de raad een paar keer over gesproken en die maandag dat het afgesproken is, dat was trouwens niet in het donker zoals dat boek suggereert, maar bij heel mooi weer, vroeg op de avond, heel Sterksel stond te kijken, dus het was niet bij nacht en ontij. (41.52)

De burgemeester belde mij op zondagsavond en vroeg mij wat doen we met dat kerkje en ik moet je heel eerlijk zeggen dat ik gezegd heb, afbreken! Hij krijgt de schuld. Soms denk ik wel eens, een herinnering aan iets is vaak mooier dan de aanwezigheid er van, want dat wordt geïdealiseerd.

Het had er waarschijnlijk nog gestaan en was het een bouwval geweest, ja.

Van Greunsven is tamelijk vroeg daarna weg gegaan, maar we hebben dat bouwplan kunnen realiseren, ongeveer in het zelfde jaar zijn we er aan begonnen en drie jaar later was het hele bouwplan al vol. Jongelui van Sterksel, toen ging het nog hard. Als warme broodjes en goedkope bouwgrond. Wij hebben daarna een aantal zaken, die heb ik mee aangekocht, onder andere waar nu, achter dat plan als je bij Valentijn recht door gaat, de Laathof en zo. Die grond hebben wij aangekocht en daar is de ontwikkeling verder gegaan.

Nou, in '74 hadden we weer een plaatselijke partij en zijn we met drie mensen in de raad gekomen, Lou Beenders, ik was lijsttrekker, Jan Polman en ik.

Vier jaar later toen gingen de landelijke partijen meedoen. De VVD had in '74 al meegedaan. Toen werd er initiatief genomen door toen nog, nee, toen was het al CDA, net, ik meen in '77.

Nou ja goed, ik viel buiten de boot. Hoogst merkwaardig, ze vonden mij waarschijnlijk een beetje een opposant, laat ik het zo zeggen, ja, en toen hebben ze iemand anders uit Sterksel genomen en hebben wij, de Boerenbond, een partijtje opgericht, laat ik het zo zeggen, met wat mensen waar ik contact mee had en die eerder ook op de Sterkselse lijst hadden gestaan. En we hadden bijna twee zetels. We hebben erg veel propaganda gemaakt maar helaas. Net geen twee, maar ja, vier jaar later vroeg het CDA mij. het was in feite een beetje van het een naar het ander.

Ik was toen ook een tijdje geen lid van het CDA.

Als jongere heb ik hier in Sterksel mee de Jongeren KVP opgericht en Leende en nog een aantal dorpen. Ik was lid van de Jongeren KVP, niet van Brabant, maar van het Bisdom den Bosch, heette dat toen nog en we hadden regelmatig vergaderingen in den Bosch.

Ik had een goede vriend uit Eindhoven, die daar een tijdje raadslid geweest is, die was voorzitter van de club. Maar op een gegeven moment heb ik het contact verbroken, ik ben altijd tamelijk sociaalvoelend geweest, na de nacht van Schmeltzer. Toen ben ik enige jaren geen lid meer geweest. Ik denk een jaar of zes.

Dat ging in elk geval over belasting. Die nacht van Schmeltzer was nou niet bepaald het sociale gezicht van de KVP. Dat is heel duidelijk. Afijn, ik heb wel een paar jaar overwogen om mijn lidmaatschap maar op te zeggen, zeker toen ze samen gingen met Wilders.

Ik ben het nog, ( maar dat mag je niet noteren), ik ben het nog, maar ik stem wel strategisch. De laatste keer heb ik twee keer Partij van de Arbeid gestemd omdat ik vind, het CDA heeft niet meer die invloed die het gehad heeft. De tijd van de confessionele partijen is voorbij, en ik ben toen, wanneer is het geweest, in '86 had ik me voorgenomen om het laatste politieke jaar in te gaan, althans als ik geen wethouder werd. Het CDA had toen vijf zetels en dat werd een partijgenoot van mij (Dit hoeft ook niet genoteerd te worden; hoewel het bestuur vond dat ik het moest worden!), maar de fractie maakte het uit en och achteraf, ik ben er even boos over geweest, niet heel lang.

Een jaar later werd mij gevraagd om toch maar wethouder te worden, want het ging niet goed meer met onze wethouder, hij werd ziek. Later is hij toch weer goed genezen gelukkig. Hij had vooral psychische problemen denk ik, denk ik!

Toen heeft men mij gevraagd en ben ik het zeven jaar geweest en in '94 was ik het moe. We hadden wel een aantal zaken tot stand gebracht en er was nogal wat oppositie, ook binnen mijn eigen partij en achteraf zeg ik de zaken die ik gedaan heb waren best goed. Een aantal fietspaden, ik heb mee het plan tot ontwikkeling gebracht waar nu het winkelcentrum in Maarheeze gevestigd is, dat soort zaken. Er waren zo een aantal plannen.

Voor dat winkelcentrum hebben we heel veel moeite moeten doen, aanvankelijk wilde de Provincie niet meewerken. Ik ben verschillende keren op de Provincie geweest met een aantal ambtenaren. Er kwam oppositie vanuit de Partij van de Arbeid, VVD. Die wilden namelijk de supermarkt, die gevestigd was waar nu het zorgcentrum staat, die wilden die supermarkt daar handhaven en de rest van het winkelcentrum vestigen daar, voor op de Smits van Oyenlaan. Wij zeiden dat moet je niet doen, dat is een slecht plan, we zijn nu zover dat al die winkels bij elkaar kunnen komen en kan eventueel, als er ooit een nieuw zorgcentrum moet komen, of woningen bij het zorgcentrum kunnen dan daar gebouwd worden.

Nou ja er was wat oppositie, ik heb de indruk dat men vond, (maar dat hoeft ook niet genoteerd te worden) dat een boerenjonge niet in staat kon zijn, om een of andere reden, ik kan me herinneren, wij hadden een Philips-vestiging in Maarheeze, dat weet u, dat was de meest vervuilende industrie die ooit in Maarheeze gevestigd is geweest, zelfs een groot gedeelte van Brabant. Met heel veel gifstoffen, hele sloten die werden verontreinigd en het bestuur wat wij hadden bestond uit iemand die bij Philips werkte, nou haar man werkte bij Philips, mevrouw de Jong, overigens een bijzonder aardige dame die best veel gedaan heeft. Maar die twee wethouders waren ook Philips-mensen en dan krijg je toch een wat zorgelijke situatie. Die kunnen natuurlijk niet goed functioneren. Het was natuurlijk heel moeilijk om kritisch te zijn op een bedrijf als Philips, (maar ook dat hoeft niet genoteerd te worden want dan krijg ik eh!).

Ik vind dat ik vrij goed gefunctioneerd heb, maar na zeven jaar was ik er aan toe om er echt mee op te houden en dat heb ik ook gedaan.

We hebben toen wat ruzie gekregen onder ander om Molhout in Sterksel, dat was heel slecht en de boeren in die omgeving wilden daar ook een soort recreatie pad van maken en dat bleek toen ook vervuild te zijn. De firma Reiling had daar wat steenslag, wat puinslag op gedaan en toen kreeg de firma Reiling de schuld, maar het probleem was, als mensen die daar vroeger grond aan hadden, als de weg slecht was, bepaalde bochten die werden er helemaal uit gereden, dan werd daar puin gestort als er iets afgebroken werd. Ik ben er 'n keer geweest en toen lag er heel duidelijk asbest. Van die golfplaten, dat was gewoon door die boeren gebeurd. Men vond een paar stukjes en dan kreeg Reiling de schuld. Een gedoe is dat geweest, ach, ach. Uiteindelijk is dat allemaal opgelost.

Afijn, dat heb ik tot 1994 gedaan en toen was het mooi geweest.

En de andere functies? De Boerenbond heb ik tot dat Heeze en Leende samen gingen.

Wat heb ik nog meer gedaan? Ja, de KBO, ik ben tien jaar voorzitter deze maand en dertien jaar bestuurslid van de KBO. Dat is eigenlijk in strijd met de statuten, maar toen wij de statuten moesten maken hebben wij de organisatie den Bosch, dat was zo'n beetje de baas van Brabant. Volgens de statuten mocht je drie keer...., mocht je hooguit negen jaar zitten. Toen wij de statuten moesten maken hebben wij gewoon contact gezocht met den Bosch en gezegd wij hebben in Sterksel maar heel weinig mensen die het kunnen en willen doen en soms komen we mensen tekort en we moeten toch een groot aantal dingen doen. Wij hebben toen vrijstelling gekregen van die statuten en mogen we herkozen worden zolang wij willen. Natuurlijk ook weer niet te lang. Ik zeg altijd tegen mijn medebestuursleden, als ik een beetje begin te dementeren dan moet je het wel zeggen

In 2009 hebben we feest gehad, toen bestonden we 50 jaar, in '59 opgericht, ja. En uit die KBO is weer de Soos ontstaan, dat is iets van eh... 'Samen Ontmoeten en Ontspannen, ja. Daar hebben wij een aantal dingen in ondergebracht. Waarom hebben wij dat gedaan? Op een gegeven moment werd het subsidiebeleid in Heeze-Leende veranderd en de subsidie werd gewoon duidelijk minder en toen hebben wij een aantal activiteiten bij die SOOS ondergebracht. Onder andere 'samen eten' het kaarten, het bibliotheekje wat we nu nog hebben en nog maar een beetje functioneert door de bezuinigingen maar ook door te weinig belangstelling, en nog een paar dingen.

We hebben boeken zat, want veel particulieren brengen daar hun boeken.

Een paar dingen lopen heel goed, dat kaarten gaat niet goed meer, maar bijvoorbeeld het samen eten dat gaat heel goed. We hebben de laatste jaren zo'n 38 - 39 mensen gemiddeld op bezoek gehad die heel graag terug komen.

Wij hebben daar een aparte vereniging voor opgericht omdat je daarvoor een subsidie krijgt van 500 Euro, dat is de enige reden, want anders hadden wij dat gewoon onderdeel laten blijven van de KBO. Nee, dat gaat heel goed, we doen dat nu elf jaar, dat gaat uitstekend. Die mensen komen altijd weer terug, kletsen gezellig samen.

En verder mijn werk voor de KBO ja, voorzitter. Wij doen een hoop dingen, we hebben iedere maand een bijeenkomst, in de zomer gaan ze fietsen. Soms ontspannen soms functioneel, we gaan naar bedrijven kijken, komend jaar gaan we ‘n keer naar het kozijnen fabriek van van de Ven hebben wij een afspraak gemaakt, daar krijgen we een rondleiding en wat informatie. En we zijn in Sterksel op andere bedrijven geweest die maken bloemen, we zijn 'n keer naar de robot van Jos Vos gaan kijken en we zijn naar het grote kippenbedrijf geweest en verder is het voornamelijk informatie over gezondheid, over voeding, over ja, dat soort dingen ja.

Op een bepaald moment is Sterksel overgeheveld van Maarheeze naar Heeze-Leende. Dat is een keuze van Sterksel geweest. Wij hebben toen Sterksel......... Ik vond als raadslid, Lou Beenders vond van niet, daar had hij ergens gelijk in want hij woonde op de grens van Maarheeze, en hij is ook Maarheezenaar gebleven, want ze hebben de grens iets verlegd. Ja, organisatorisch en ook als je kijkt waar hij woont, dan is het begrijpelijk. Anders zou hij met zijn grond op twee gemeentes terecht gekomen zijn, onder andere.

Als Sterkselnaren is er toen een comité gevormd en dat streefde ernaar om Sterksel te laten kiezen

We hebben er toen uitgehouden dat we een stemming, een zogenaamd referendum, mochten houden en toen bleek dat 67% van Sterksel bij Heeze-Leende wilde. Omdat we toch voornamelijk op Heeze georiënteerd zijn. Je kunt nog steeds zeggen dat het de goede keuze is geweest, alhoewel de gemeente Heeze-Leende niet gefunctioneerd heeft zoals wij verwacht hadden.

Er kwam al heel gauw een ontzettend geldgebrek, maar in Cranendonck gaat het niet veel beter. Wij hadden van de keuze voor Heeze-Leende wat meer verwacht, als we eerlijk zijn.

Er was ook nogal wat tegenstelling tussen de politieke partijen onderling. Een soort rivaliteit die alleen maar contraproductief gewerkt heeft, dat klop. Die is er trouwens altijd geweest. Heeze heeft altijd geruzied, de zelfde gemeente als Nuenen, inderdaad ja. Ook altijd tegen het randje van de curatele, ja klopt. Heeze-Leende is precies het zelfde geweest. Het is nooit een echte eenheid geweest. Tussen Heeze en Leende zaten natuurlijk ook onderlinge verschillen, maar dat maakt op zich niet zoveel uit. In Heeze praat men nu al 35 jaar over die zogenaamde randweg. Als men dat meteen goed aangepakt had dan was hij misschien niet goed genoeg meer geweest, maar die had allang verbeterd kunnen worden. Wanneer zal hij er komen? Sommige mensen zeggen, waarschijnlijk nooit. Het zal wel steeds moeilijker worden, want er komen ook steeds meer huizen in de buurt en dus wordt het steeds lastiger om hem te realiseren.

Ik heb in het verleden wel vaak contact gehad met Heeze en daar zaten best wel een aantal goede bestuurders maar de onenigheid binnen de gemeente was natuurlijk fataal. Uiteindelijk vind ik dat.

Als een van de initiatiefnemers voor de dorpswinkel heb ik de eerste twee vergaderingen belegd.

Maar er waren mensen die voor de totstandkoming zeker beter geschikt waren, onder andere Rien Huismans. Dat was heel duidelijk, die kwam uit het zakenleven en Dirk Noordman, en nog een aantal. Je mag ze allemaal met naam noemen, Jos Vos en Theresia Eilers en onze penningmeester, die we later aangetrokken hebben, een buitengewone goede penningmeester, hoe heet hij nou ook weer? Die op Molhout woont

Nee, daar ben ik heel blij om. Ik herinner mij goed, we hadden een bijeenkomst van het bestuur van de KBO en dat was in het begin van, wanneer is die winkel gestopt? Het jaar dat de euro ingevoerd werd. 2002, 1 januari 2002, zoiets. Toen ging de winkel dicht, tot ieders verbazing. Er was niets van bekend, zomaar plotsklaps. Toen heb ik meteen contact opgenomen met Peter, maar die wilde geen gesprek en toen heb ik contact gehad met zijn zus, die heeft mij in feite de reden verteld.

Het liep al wat terug die winkel en ze ondernamen ook te weinig initiatieven om die winkel rendabel te maken, dat was ook wel duidelijk. (Dat hoef je ook niet te vermelden).

En dat is natuurlijk jammer, op een gegeven moment was het gewoon over. Ik zag het aankomen en dacht al die ouderen van Sterksel, die moeten straks naar Heeze, Leende, Maarheeze en die zijn lang niet allemaal mobiel op het moment. Die zijn er heel veel. Er zijn veel ouderen die niet meer kunnen rijden. En ik zag het aankomen, toen heb ik inderdaad de twee eerste vergaderingen belegd en toen hebben anderen het van mij overgenomen. Waar ik heel dankbaar voor ben hoor!

Wat wij bereikt hebben is bijna uniek. Een winkel die goed functioneert, wel veel vrijwilligers, maar het is bijna uniek.

Er is nog een plaatsje, ik zag het van de week op TV, waar ze ook zo'n SPAR hebben. Oh ja, daar werkten ze met licht geestelijke gehandicapten. Maar ik ben er verschrikkelijk blij mee. Het is essentieel voor de leefbaarheid van het dorp. Wij hebben enige moeite gedaan om, ik weet dat het bestuur daar ook erg actief in was, die varkensruggen (betonblokken!)die daar lagen en waar verschillende ouderen over gevallen waren. Toen ben ik nog even actief geweest, want ik vond dat dat veranderd moest worden. Ik weet dat de coöperatie ontzettend haar best heeft gedaan, maar ze kreeg geen medewerking van WOCOM. Ze hebben toen zelf het initiatief maar genomen ende zaak veranderd. Dat is een hele verbetering hoor! Want ik heb enkele oudere mensen gesproken, er was iemand gevallen en had de pols gebroken en die zeiden wij gaan er nooit meer naartoe. Ik heb ze onlangs weer in de winkel gezien.

En dan over mijzelf; ik ben geboren in de crisisjaren, maar persoonlijk heb ik daar weinig van gemerkt.

We hadden een klein boerenbedrijf en daar moest natuurlijk gewerkt worden, maar wij hebben allemaal wel de kans gekregen om, eh....... Ik heb dan een duidelijke landbouw opleiding. Ik heb wel de kans gekregen om een andere opleiding te volgen maar, ik zeg altijd daar was ik te lui voor.

Ik heb later nog een aantal cursussen gevolgd onder andere de boeren leergangen, 's avonds en de middelbare agrarische school in Boxtel, dat was toen nog de Landbouw Winter School en verder ben ik altijd actief geweest in het verenigingsleven, dan blijf je op de hoogte. En ik heb altijd veel gelezen. De maatschappelijke bezigheden hebben toch met een stuk interesse te maken, met verantwoordelijkheid maar vooral interesse en ook een stukje interesse ja. Om iets te doen voor andere mensen onder andere.

En dan krijgen we steeds meer de EU. we kunnen dan wel zeggen we wonen in Sterksel maar ook die moeten mee in de vaart der volken. Ik ben Europeaan, ik ben ook voor een federaal Europa.

Sommige zijn daar heel erg bang voor, maar ik zeg die ontwikkeling gaat toch door, net zoals je de

Verenigde Staten van Amerika hebt gekregen gaat die ontwikkeling door, die kan je wel proberen tegen te houden. Maar Europa moet zich natuurlijk niet bemoeien met onzinnige dingen, met zaken die wij zelf beter kunnen regelen. In Amerika was het wel een stuk makkelijker dan in Europa, met allemaal verschillende culturen, talen en monarchieën die al lang uit de tijd zijn. Achterlijk en achterhaald noem ik dat altijd. In Amerika zaten natuurlijk nog de indianen, dat was nog de beginfase, maar er was wel de ruimte en de mogelijkheden terwijl ze hier met allerlei oude instituties te maken hadden.

Het zal nog wel heel lang duren eer je een Europa hebt, maar ik vind het op zich een goede ontwikkeling.

 

 

-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-